Jurisprudentie

J

Eén akkoord per vennootschap aanbieden (Rb Noord-Holland 19 februari 2021 ECLI 1398, rov 3.1):

‘Jurlights Holding B.V. en Jurlights B.V. vormen een fiscale eenheid voor de omzet- en vennootschapsbelasting. Ten aanzien van de verplichtingen waarvoor de beide vennootschappen over en weer garant staan en waarvoor deze bij het akkoord zijn betrokken, zal de rechtbank moeten toetsen of is voldaan aan de in artikel 372 lid 1 sub a tot en met d Fw vermelde vereisten. Slechts voor de schulden aan de belastingdienst is sprake van hoofdelijke aansprakelijkheid van beide verzoeksters en dat ten aanzien van die schulden aan die vereisten is voldaan. Voor de overige schulden geldt dat de wet niet de mogelijkheid biedt om op deze samengevoegde manier een akkoord voor meerdere vennootschappen aan te bieden. Het uitgangspunt is immers dat per vennootschap een afzonderlijk akkoord wordt aangeboden, waarbij de vennootschappelijke identiteit en gescheiden vermogens worden gerespecteerd.’

Afkoelingsperiode ook bij liquidatie van de onderneming (Rb Rotterdam 8 maart 2021 ECLI 1887 rov 4.5):

‘Uit de parlementaire geschiedenis volgt niet dat de wetgever onder ogen heeft gezien dat ook bij het aanbieden van een akkoord in het kader van een gecontroleerde afwikkeling een afkoelingsperiode noodzakelijk kan zijn. Gelet op de hiervoor geschetste bedoeling van de WHOA in algemene zin en het doel van de afkoelingsperiode daarbij in het bijzonder, kan niet worden aangenomen dat de wetgever met artikel 376 lid 4 sub a Fw heeft bedoeld dat de afkoelingsperiode alleen mogelijk is indien de WHOA wordt ingezet voor een akkoord waarbij de onderneming na herstructurering wordt voortgezet. De rechtbank is dan ook van oordeel dat een redelijke wetsuitleg meebrengt dat onder de noodzaak om de onderneming te kunnen blijven voortzetten ook moet worden verstaan voortzetting van de onderneming in het kader van een gecontroleerde afwikkeling.’

Afwijzing herstructureringsdeskundige omdat boekhouding niet op orde is (Rb Midden-Nederland 14 mei 2021 ECLI 2294, rov 3.10):

‘De aanwijzing van een herstructureringsdeskundige moet dienstig zijn aan het onderzoek naar de mogelijkheden van een reorganisatie of liquidatie van een onderneming. De herstructureringsdeskundige zal in het belang van de schuldeisers onderzoeken of een akkoord haalbaar is. Om dit onderzoek te kunnen doen, heeft de herstructureringsdeskundige betrouwbare financiële informatie van de onderneming nodig. Die informatie blijkt niet beschikbaar te zijn.’

Bescherming van artikel 42a Fw alleen bij noodzakelijke financiering (Rb Den Haag 3 september 2021 ECLI 9779 rov 4.13):

‘Bij het voorgaande neemt de rechtbank tevens in aanmerking dat artikel 42a Fw aansluit bij de artikelen 17 en 18 van de Richtlijn (EU) 2017/1132 betreffende herstructurering en insolventie. In overweging 68 van die richtlijn wordt vermeld dat om eventueel misbruik te voorkomen alleen financiering mag worden beschermd die “onmiddellijk” (en redelijkerwijs) noodzakelijk is voor het verder functioneren of overleven van de onderneming van de schuldenaar.’

Redelijke stemtermijn (Rb Oost-Brabant 27 augustus 2021 ECLI 4818 rov 4.2):

‘De termijn dient ertoe de schuldeisers voldoende tijd te geven om het aanbod te overwegen, zodat zij hierover een geïnformeerd oordeel kunnen vormen. Schuldeisers moeten in beginsel de gelegenheid hebben het akkoord en de onderbouwing daarvan te bestuderen, zich daarvoor te laten adviseren en eventueel vragen te stellen aan de schuldenaar. Er is geen vaste regel over wat in een specifiek geval een redelijke stem termijn is. Wat in een bepaalde zaak een redelijke termijn is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.’